geduld
vorige
volgende
 
mandala

Na een aantal dagen het woord geduld in mijn hoofd gewenteld en gekeerd te hebben, kom ik tot de conclusie dat geduld hebben nauw in verband staat met zowel acceptatie als met frustratie. Afgelopen week liep ik er zelf tegen aan. Ik neem mezelf maar als voorbeeld dat is wel zo simpel. Als ervaringsdeskundige in ongeduld stel ik u het volgende tafereeltje voor: ik sta in de keuken (ja, vorige week ook al) en heb vier koekenpannen op het fornuis staan. Bedoeling is dat alle baksels tegelijk klaar zijn zodat we tegelijk aan de avonddis kunnen aanzitten. U voelt het al aankomen: wederom brandde er een deel van mijn eten aan. Nu verloor ik zo verschrikkelijk mijn geduld dat ik het gevoel had uit mijn vel te zullen springen. Ik accepteerde totaal niet dat dit nu eenmaal gebeurde (eigen schuld, niet goed opgelet en zo), en raakte door de frustratie zo geïrriteerd dat ik inwendig ontplofte. Nu begint u wellicht te vermoeden dat mijn kwaliteiten als keukenprinses danig te wensen over laten, een meewarige gedachte wijdend aan mijn gezin, maar zij zijn wel doorvoed, dus dat valt erg mee.
Het punt is dat er in diezelfde week tegen mij gezegd werd door cursisten dat ik wel over een grote dosis engelengeduld moet beschikken. Zij baseerden deze veronderstelling op grond van bestudering van een aantal mandala’s van mijn hand die ik met pen en inkt had gemaakt. Ze vonden het monnikenwerk. Ik vond het wel een grappige aanname van hen, omdat ik tekenen niet in verband breng met het hebben van geduld. Ik hoef namelijk tijdens het priegelen met inkt helemaal geen geduld op te brengen, omdat ik geniet van het creatief proces dat zich spontaan ontvouwt. Hieruit trek ik dan maar weer de conclusie dat ik blijkbaar bij bovenstaand aanbrand-voorbeeld, niet genoot van het koken. Klopt. Ik had die avond helemaal geen zin om te koken en deed het omdat het ‘moest’. Ik was zelf namelijk al wat aangebrand, tja, vervolgens werd mijn eten het ook. Ach ja, zo zie je maar weer, wat binnen is, is ook buiten, zo microkosmos zo macrokosmos enzovoort.
Om een en ander te nuanceren kom ik tot de volgende stelling: een mens kan heel erg veel geduld hebben in bepaalde situaties, afhankelijk van zijn stemming en in andere situaties een bijzonder kort lontje hebben. Het is dus niet zo makkelijk om iemand het predicaat geduldig of ongeduldig op te plakken. Alweer een goede reden om niet te snel te oordelen…
Martine Clausen, geduldig counsellor. Reactie?


Heeft u vragen of wilt u reageren: klik hier