In Memoriam
vorige
volgende
 
het veld

Vandaag zou eigenlijk het vervolg moeten verschijnen op mijn column van vorige keer. Dat gebeurt niet.
Ik heb zojuist vernomen dat een dierbare vriend van ons is overleden. Zomaar, plotseling, ineens, weg. Het klinkt wellicht een beetje onnozel, om zo overdonderd te zijn. Hoe vaak horen we het immers niet van anderen?
Hoe anders als de dood dichter bij komt. Dan is de eerste reactie er eentje van ongeloof: nee, dat kan niet, hij was laatst nog bij ons, op mijn verjaardag, toen we verhuisden. Hij heeft ons geholpen zoals een vriend dat doet: onvoorwaardelijk en op stel en sprong. Daarna kwamen  we elkaar nog ‘toevallig’ in een restaurant tegen. Toen kondigde ik nog aan dat ik hen samen zeer binnenkort uit zou nodigen om hen te bedanken. Je gaat me toch niet vertellen dat dit de laatste keer is geweest dat ik hem in levende lijve gezien heb? Het mag niet. Dit mag gewoon niet. Hij is toch veel te jong? En zijn vrouw dan? En zijn kinderen? Hoe kan dat nou? Dit is onmogelijk. Dus – en u leest het al -  de volgende reactie is er een van protest.

Tegelijkertijd is het alsof een zwarte voile om mijn hart heen getrokken wordt. Ondanks mijn ongeloof en protest, voel ik dat deze boodschap waar is. Over de dood van een wederzijdse vriend maken we geen grappen. Dat is uitgesloten. Het is echt waar. Het etentje als dank zal niet plaats vinden. Het kan niet meer. Aangezien wij door onze verhuizing vrij dicht bij elkaar kwamen te wonen, was ik al zo blij dat ik hem vaker zou zien. We maakten er grappen over dat we nu buren werden, en of wij wel door de ballotage van deze speciale buurt konden.

Alles dat een mens bedenkt en uitstippelt vindt plaats bij de gratie Gods. Aangezien het Goddelijk plan zo ondoorgrondelijk is, kunnen wij proberen te controleren en plannen dat we een ons wegen, maar wij hebben, als het er op aan komt, maar weinig in de melk te brokkelen.
Mijn hart gaat uit naar zijn jonge gezin. Het verlies van iemand als hun echtgenoot en vader is een schok die een enorm gat slaat in een mensenleven. Dat ze de kracht mogen vinden om het te dragen.
Terwijl ik mijn kaars brand voor hem en zijn gezin en dierbaren, bid ik dat zijn ziel in de handen en de oneindige liefde van Gods licht opgenomen moge worden. Ik weet dat de warme hartsverbinding die wij samen hadden door de dood niet verbroken kan worden. Het zal erg moeilijk zijn om hem in zijn aardse jasje nooit meer te treffen, maar het is onmogelijk om hem uit mijn hart te verwijderen. Zijn reis op aarde was ten einde. Ik bid dat zijn ziel oneindig vrij en vreugdevol in het licht van de hemel mag dansen en ik dank het Universum vanuit de grond van mijn hart dat onze wegen zich gekruist hebben.
Hij was een mooi mens. Hij is iemand waar ik veel van houd.
Martine Clausen. Voor Janne.


Heeft u vragen of wilt u reageren: klik hier