{image}
Zuivering (2)
vorige
volgende
column 2007-1

Op zich is het leuk om een ego te hebben. Na al die jaren is het toch een oude bekende van je geworden. Een aanwezigheid die vertrouwd en soms gewoon zeer goed aanvoelt. In feite is het een meervoudige persoonlijkheid, want de ene keer fluistert zij je toe (hij voor mannen) vanuit de criticus, de andere keer vanuit het slachtoffer, dan weer vanuit de heldin en vervolgens vanuit de creatieveling. Zo neemt ze allerlei rollen aan en benevelt je soms met haar indringend gefluister, soms zodanig dat je bijna zou vergeten dat het slechts het ego is dat steeds maar weer je aandacht probeert op te eisen. Op slinkse, sluwe, dominante, vleiende wijze. Een engelachtige glimlach op haar gezicht, onschuldig knipperend met haar lange wimpers…
En juist op die momenten dat je neigt te vergeten dat het ego nu toch wel een groot aandeel in je Zijn inneemt wordt het mijns inziens tijd dat je je gedachtewereld weer eens gaat zuiveren. Dus daar kwam ik op uit in mijn vorige column, dat ik mijzelf wilde zuiveren van mijn ego.
Hoe dan? O, dat doe ik altijd door middel van meditatie, contemplatie. Dat soort dingen. Wandelen in de natuur en dergelijke. Dat weet u inmiddels wel van me.
Het frappeert me dat mijn ego zo sterk is. Als ik dan ga zitten om te mediteren, moet u niet denken dat ze zomaar een twee drie vertrekt. Nee, ze geeft zich gerust niet zomaar gewonnen. In de eerste instantie bombardeert ze me met allerlei gedachten. Soms wordt ze zo desperaat dat ze met belachelijke onderwerpen aankomt. Maar als ze dat doet, dan weet ik dat ik veld aan het winnen ben. Ik glimlach dan inwendig en richt me naar binnen. Ik weet dat er onder haar gebabbel een stilte huist die zij echt niet kan evenaren. Daar legt zij het altijd tegen af. Soms na vijf minuten, soms na tien minuten, en soms na twintig minuten pas. Dat heeft te maken met wat ik zoal heb meegemaakt en ook met het feit of ik wel regelmatig mijn stilteperioden in acht heb genomen.
Laatst reed ik door de Oostzijde op een zaterdagmiddag. Er stond een groot bord bij de Bonefatiuskerk: Kerk open. In die kerk ben ik in mijn verleden ten doop gehouden. Ik besloot naar binnen te gaan. Er was geen kip in de kerk, alleen wat mensen die daar aan het werk waren. Ik brandde een kaarsje bij het Maria beeld. Zette mezelf neer en verzonk in stilte.
Na 45 minuten perfecte stilte begon er ineens iemand op het grote orgel te spelen. Ik vatte het op als een concert speciaal voor mij. Ik genoot en dankte.
Mijn ego, zat nog in de auto. Ze lachte naar me toen ik weer instapte. Ik glimlachte terug. Ze mag met me mee, ze mag zelfs denken dat zij het voor het zeggen heeft. Ik weet wel beter.
Martine Clausen, ego-Zen-trisch.


Heeft u vragen of wilt u reageren: klik hier