schrijven
Reacties
vorige
volgende
column 2007-1

De column van een aantal weken geleden, waarin ik expliciet om reacties vroeg, heeft nogal wat reacties opgeleverd en hierbij dank ik een ieder die daarvoor de moeite heeft genomen. Het viel mij op dat velen zeiden dat ze ‘gewoonlijk niet zo reageerderig zijn’, of schreven ‘je krijgt waarschijnlijk al zoveel reacties en zit vast niet op die van mij te wachten’.
Dit verbaasde mij toch wel enigszins. Ik hoopte laagdrempelig te zijn en aanspreekbaar, maar goed. Ik vond het heel leuk te merken dat een groot deel van de reacties door mannen geschreven is. Ik was nooit van zins een typische vrouwencolumn te schrijven, maar kreeg meestal reacties van vrouwen. Nu blijkt dat heren ook mijn stukjes lezen. Dat doet me echt plezier.
Ik vroeg me natuurlijk gelijk af hoe reageerderig ik zelf eigenlijk ben. Ik kwam er achter dat het voor mij samen hangt met twee dingen: mijn eigen passie om te willen reageren. Als iets me na aan het hart ligt dan ga ik er achter aan. En soms ook met bereikbaarheid. Als ergens een email bij staat is het veel gemakkelijker om een reactie te sturen. Maar in mijn geval is dat geen vereiste. Ik moet eerlijk gezegd toegeven dat er voor mij ook een zekere spanning en uitdaging zit in het bereiken van iemand die vrijwel onbereikbaar lijkt. (maar wat een kick als het me lukt!!)
Zo staan er een aantal mensen op mijn verlanglijst om te interviewen. Mensen die echt bijna onmogelijk te benaderen zijn. Ik heb innerlijk zo’n duivels pretlicht dat staat te springen om juist die mensen te pakken te krijgen. En ergens heb ik ook het intuïtieve gevoel dat het me gaat lukken. Misschien niet vandaag, maar morgen is voor mij ook goed.
Maar om even terug te komen op die reacties. Wederom waren er mensen bij die de column al langere tijd lezen en vaak uitknippen en bewaren. Ik moet toegeven dat ik dat leuk vind. Het zegt mij dat ik niet voor niets schrijf. Er zijn wel eens momenten dat ik me afvraag of ik niet moet stoppen, en altijd krijg ik dan een reactie van een lezer, of iemand komt in de supermarkt op me af en begint over de column. Dan ineens lijkt het toch wel weer zin te hebben dat ik schrijf. Dus schrijf ik weer verder. Tot volgende week maar weer!
Martine Clausen, reactief.


Heeft u vragen of wilt u reageren: klik hier