Onsterfelijk
Onsterfelijk
vorige
volgende
column 2007-1

Eigenlijk ben ik al zo lang als ik me kan herinneren geïnteresseerd in wat er nu echt met ons gebeurt als we ons lichaam verlaten. Daar ben ik niet de enige in, dat snap ik ook wel, maar vanaf februari dit jaar ben ik er eigenlijk steeds mee bezig. Inmiddels zou ik wel een lezing over het onderwerp kunnen geven, ik zit me af te vragen hoe ik wat ik zeggen wil in dit kleine columnpje kwijt kan. Maar goed ik doe maar een poging.
Iedereen heeft wel eens gehoord van bijna dood ervaringen (BDE’s). Je hebt mensen die ze hebben beleefd, je hebt mensen die ze interessant vinden en je hebt sceptici die zeggen dat het niet meer is dan hallucinatie.
Ikzelf heb altijd het gevoel gehad dat wij in onze maatschappij de dood niet helemaal begrijpen. Meestal wordt de dood gezien als iets finaals. Op de een of andere manier kon ik dat niet plaatsen aangezien ik in mijzelf ervaar dat ik innerlijk niet verouder. Dat klinkt misschien een beetje vaag. Ik bedoel te zeggen dat ik wanneer ik voor de spiegel sta, gerust wel opmerk dat mijn lichaam biologisch veroudert. Rimpels en wallen en zo aan de buitenkant. Maar de inwoner van mijn lichaam voelt eigenlijk behoorlijk tijdloos. Grappig genoeg zei mijn oma ook zo iets vorige week. Ik was bij haar op bezoek. Het arme mens zit in een verpleeghuis nadat ze haar heup gebroken heeft en niet meer kan lopen. Ik vroeg aan haar hoe ze zich voelde. ‘Prima’ zei ze, terwijl ze bijna niets meer zelfstandig kan. Dus ik vroeg weer hoe ze het vond dat ze over een maand 101 wordt. ‘Tja,’ zei ze, ‘het is een getal, maar zo oud voel ik mij helemaal niet van binnen.’ Op mijn vraag hoe oud dan wel, antwoordde ze dat ze dat niet precies kon zeggen. ‘Gewoon een jonge vrouw’. En ik begreep haar zo goed. Want dat is het nu juist. Het aarde-gebonden lichaam, dat we hier nodig hebben als voertuig voor de ziel, dat veroudert en volgt een cyclisch patroon. Maar de geest…De geest is tijdloos, ruimteloos, dimensieloos. En die zit slechts tijdelijk in ons lichaam. Dat lichaam is niet zijn echte thuis. Het echte thuis is de vrije dimensie waar we naar toe gaan als we het lichaam verlaten. En daar zien we vaak zo tegen op, omdat we de herinnering aan ons thuis kwijt zijn. Mensen die een BDE ervaren, zijn even terug geweest in ons ware thuis en zij komen meestal met heimwee terug in hun lichaam. Ondanks het feit dat ze bijvoorbeeld een jonge moeder waren, zouden ze toch graag ‘daar’ gebleven zijn. Ze zijn weer even herinnerd aan iets dat we allemaal kennen, maar helaas ook bijna allemaal weer vergeten zijn. Een gevoel van liefde, van acceptatie, van vervulling, van goed zijn zoals we zijn. Precies zoals we zijn.
Ik word lyrisch, ik stop: deze column wordt vervolgd…
Martine Clausen, springlevend.


Heeft u vragen of wilt u reageren: klik hier